De handen van mijn moeder.

Ze staan op mijn netvlies, die handen van mijn moeder. Ik zie haar handen, haar voeten, haar benen, haar gezicht,haar buik, borsten en billen. Ik zie haar hele lichaam. Maar vooral haar handen. Ze zijn dun, ik zie vooral als het warm is, haar blauwe aderen. Precies zoals de mijne zijn, mijn eigen handen.

De handen van mijn moeder, wat hebben ze allemaal aangeraakt? Uitgepakt? Gestreeld, aandacht aan gegeven. Haar handen hebben hard gewerkt, getypt voor haar werk bij de bank, geschreven, haar handschrift met die mooie lussen zie ik helder voor me. Ik voel me verdrietig worden, terwijl ik dit schrijf. Ik voel gemis, verdriet. Ik stel mezelf de vraag: “Waarom hebben de handen van mijn moeder me niet vaker aangeraakt…geliefkoosd…gestreeld? Geaaid? Ingesmeerd, ja dat herinner ik me wel. Ik ruik de geur van zonnebrand, ruik de zilte zeelucht. Maar wat had ik graag meer liefde willen ervaren, van haar naar mij. En andersom”.

Haar hart en handen waren altijd ergens anders. Ze waren wel bezig, maar er zat ook pijn in haar handen. Die pijn heeft ze onbewust ook aan mij doorgegeven. Zoals zij die weer van haar moeder heeft doorgekregen…

In haar handen kwam de reuma. De reuma kwam en hij ging niet meer weg. Bewegen werd steeds pijnlijker, ze werd stram. Eigenlijk zie ik nu, nu ik dit schrijf. Ineens zie ik voor me, dat mama zelf ook stram werd. Of wel stram was. Stram en stijf, totaal niet soepel, totaal niet bij zichzelf. Stram in haar zijn, stram in haar lijf, stram in onze verbinding. En hier ging ik als klein kind op slot. Om mezelf te beschermen, niet geraakt te worden in haar verdriet en pijn.

Maar NU weet ik en voel ik, dat zij niet anders kon. Ze heeft me alles gegeven wat ze kon. Op haar eigen manier. Nu voel ik compassie voor haar. Maar TOEN…kon ik dat niet. Toen stond mijn hart open en werd het gekwetst. Gekleineerd, hoewel onbedoeld. Uitgelachen, als een ‘grapje’. Hierdoor ben ik mijn puurheid kwijtgeraakt. Dat doet me nu nog pijn. Mijn ademhaling versnelt, ik krijg het warm, tranen stromen. Maar het mag er zijn, ik laat het toe. Mijn mama kon niet anders, maar ze heeft me echt alles gegeven wat ze in zich had.

Die lieve handen van mijn moeder hebben zelf weinig zachtheid gekend. Maar dat heb ik doorbroken, ik ben één en al zachtheid, ben vol aandacht. Ook geef ik mijn kleine ik de aandacht die ze verdient. Mijn moeder heeft van mij gehouden, zoals alleen zij dat kon. En ik kan nu voluit zeggen:” Ik houd ook van haar!”.